Competenties

Begeleiden

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder begeleiden verstaan (HAN, 2018, p.5): ‘’ Onder de beroepstaak Begeleiden & Coachen kennen we de kerncompetentie begeleiden. Centraal staat dat de SBE-er in staat is om verschillende doelgroepen adequaat te begeleiden. Hij houdt hierbij rekening met de specifieke kenmerken, wensen en eisen van de doelgroepen. Hiervoor kan de SBE-er sociaal-emotionele en gedragsproblemen signaleren, hanteren en indien nodig voor doorverwijzing zorgen naar andere specialisten en conflicthantering toepassen. Het plaatsen van gedrag in een sociale en culturele context is daar een belangrijk onderdeel van. Tevens is de SBE-er in staat om effectieve coaching strategieën toe te passen. ‘’

 

Bevind mij op niveau 3: De student kan coachingstechnieken toepassen ten behoeve van een actieve en gezonde leefstijl. 

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

Bij Brichbouw Sportondersteuning zijn er verschillende doelgroepen aanwezig: lichte/matige/ernstige verstandelijke beperking, gedragsproblemen, lichamelijke beperkingen, taalproblemen etc. Als stagiaire van Brichbouw Sportondersteuning kom je dus ook met veel verschillende doelgroepen in aanraking. Hieruit heb ik geleerd dat elke doelgroep en zelfs elk individu verschillende wensen, eisen en begeleidingsbehoeften heeft. Het is als begeleider belangrijk om deze wensen en behoeften te analyseren, signaleren en toe te passen. Zo heeft de ene cliënt veel structuur nodig tijdens de activiteit, terwijl een andere cliënt liever vrij gelaten wordt.

 

Een voorbeeld hiervan is dat ik een groep begeleid in een fitnesszaal waarbij ik ongeveer 8 deelnemers heb, elke deelnemer heeft een eigen trainingsschema. Een cliënt, niet zo spraakzaam, komt de zaal binnen, zegt goedendag en begint met zijn trainingsschema. Een andere cliënt, komt de zaal binnen, vertelt mij eerst hoe de dag is gegaan, vraagt of ik haar schoenen aan kan doen, vraagt of ik meeloop naar haar apparaat en haar kan helpen met de oefening. Hieruit zie je dat de ene cliënt dus bijvoorbeeld veel meer aandacht en tijd van mij vraagt dan een ander. Het is als begeleider belangrijk om zo'n situatie niet te onderschatten. De niet zo spraakzame cliënt heeft misschien wel of juist niet dezelfde aandacht nodig maar vindt het moeilijk om hier om te vragen. Ik probeer hier als begeleider achter te komen door in gesprek te gaan met de cliënt en door verschillende manieren van coachen en begeleiden toe te passen. In deze situatie kon de cliënt zelf erg goed aangeven dat hij niet op deze ''aandacht'' zit te wachten, hij komt er om te sporten en hij verwacht van mij dat ik in de gaten houd dat alles goed met het gaat en hij geen verkeerde dingen doet. Terwijl de andere cliënt van mij ook aandacht, een praatje en gezelligheid verwacht. Zo zie je dat de wensen en behoeften van cliënten met beide een licht verstandelijke beperking ook erg uit elkaar kan liggen, elk individu is anders en wenst andere begeleiding.

 

In de eindbeoordeling krijg ik voor de competentie begeleiding een uitstekend (5 punten):

  • De student houdt rekening met de sociale, culturele, emotionele en motorische achtergrond van de deelnemers

Samenwerken

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder samenwerken verstaan (HAN, 2018, p.4): '’ Onder de beroepstaak Sportstimulering & Sportparticipatie kennen we de kerncompetentie samenwerken. Centraal staat dat de SBE-er in staat is om verschillende doelgroepen te stimuleren actief te zijn in, en toegerust te worden voor deelname aan de Nederlandse sport- en bewegingscultuur. In het kader hiervan ontwerpt en initieert hij activiteiten binnen verschillende contexten en kan hij sport- en bewegingsactiviteiten coördineren en uitvoeren die aantrekkelijk zijn voor betrokken doelgroepen. Daarnaast  werkt de SBE’er als verbinder actief samen met organisaties en disciplines, om belemmeringen die doelgroepen kunnen weerhouden om aan sport- en bewegingsactiviteiten deel te nemen te verminderen.’’

 

Bevond mij op niveau 2, is ontwikkeld naar niveau 3: De student bouwt aan functionele en streeft naar duurzame werkrelaties waarbinnen hij in staat is om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillenden disciplines van het beroepenveld. 

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

Een groot en belangrijk punt dit afgelopen half jaar is het opbouwen geweest van een duurzame werkrelatie met anderen om te werken naar een gezamenlijk resultaat. Dit is een onderdeel waar ik samen met mijn afstudeerpartner Evi constant naar toe gewerkt heb. Vanuit Brichbouw Sportondersteuning hebben wij een vraagstuk gekregen, waaraan wij wekelijks samen gewerkt hebben om tot resultaat te komen: het beantwoorden van de hoofdvraag. 

In onze samenwerking met elkaar, de andere stagiaires en onze stagebegeleider is het een constant proces van elkaar kennis en inzichten overdragen. Bijvoorbeeld tijdens de sport- en beweegactiviteiten werd er van mij verwacht om de andere stagiaires te voorzien van feedback, kennis en nieuwe inzichten. Deze feedback, kennis en nieuwe inzichten gericht op de uitvoering, begeleiding van de cliënten en de verschillende soorten beperkingen in de groep. 

 

In de eindbeoordeling geeft de stagebegeleider mij een uitstekend (5 punten) op het punt bij de competentie samenwerken:

  • De student voelt goed aan welke rol op welk moment het meest effectief is in een samenwerkingsverband. en handelt daarnaar.

Organiseren

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder organiseren verstaan (HAN, 2018, p.3):‘’ Onder de beroepstaak Leren lesgeven & Bewegingsprogramma’s kennen we de kerncompetentie organiseren. Centraal staat dat de SBE-er kan functioneren als programmamaker van beweegprogramma’s welke een bijdrage leveren aan een actievere leefstijl en/of de vergroting van sportdeelname van een doelgroep. Onder programmamaker wordt verstaan dat een SBE-er in staat is om bewegingsprogramma’s uit te voeren, te ontwerpen, te implementeren, te evalueren en te coördineren. Deze taken voert hij uit zodat de continuïteit en kwaliteit van de beweegprogramma’s gewaarborgd is en de resultaten (evidence based) bijdragen aan verdere beleidsontwikkeling en ‘verkoop’ aan publieke en particuliere partijen. ‘’

 

Bevind mij op niveau 3:  De student ontwerpt op maat gevarieerde beweegprogramma’s voor specifieke doelgroepen en stelt de effectiviteit daarvan vast

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

In de eindbeoordeling krijg ik voor de punten onder de competentie organiseren een uitstekend en een goed:

  • De student toont daadkracht en pakt de leiding (5 uitstekend)
  • De student ontwikkelt beweeg- of leisureprogramma's gericht op gezondheidsbevordering en participatie van specifieke doelgroepen.

 

In de praktijk coördineer ik een nieuwe groep van Brichbouw Sportondersteuning waarin er gewerkt wordt naar een actievere en gezondere leefstijl van de deelnemers. Het is een beweegprogramma waarin ik sport/beweegactiviteiten ontwerp en uitvoer met de deelnemers. De deelnemers zijn volwassenen met een lichte verstandelijke beperking, die werken in de Laborijn fabriek in Aalten. Het is een wekelijkse beweegprogramma waarin zij kennis maken met de verschillende vormen van sport op Sportpark Zuid. Elke week maken zij kennis met een andere tak van sport. De activiteit ontwerp ik aan de hand van een AVF, die ik doorstuur naar de stagiaires en de stagebegeleider. Tijdens de activiteit zijn er verschillende stagiaires aanwezig die ik dien aan te sturen. Na de activiteit is er altijd een evaluatiegesprek. Uit deze evaluatiegesprekken komen verschillende verbetervoorstellen voort. Deze verbetervoorstellen worden toegepast in de praktijk zodat het beweegprogramma zich verbetert/ontwikkelt. Met dit beweegprogramma probeer ik samen met Brichbouw Sportondersteuning meer leden te werven en hiermee de sportdeelname van de doelgroep te vergroten. Hoe groot het effect van het beweegprogramma op de sportdeelname is, valt nog niet vast te stellen. Dit komt omdat het beweegprogramma nog loopt.


Adviseren

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder begeleiden verstaan (HAN, 2018, p.6): ‘’Onder de beroepstaak ‘Gedrag veranderen & Gezonde leefstijl’ kennen we de kerncompetentie adviseren. Centraal staat dat de SBE-er in staat is om mensen aan te zetten tot een meer fysiek actieve leefstijl. Hiervoor heeft hij anatomische en fysiologische kennis en hanteert hij modellen van gedragsbeïnvloeding en gedragsverandering. De SBE-er is specialist  in het werken met specifieke doelgroepen. Voor elk van deze doelgroep, met zijn eigen motorische, sociale, culturele en psychologische achtergrond, is de SBE-er in staat een adequaat programma en advies te verzorgen ter bevordering van een meer actieve leefstijl.’’

 

Bevind mij op niveau 3: De student kan een adequaat (leefstijl)advies formuleren en kan draagvlak creëren bij betrokkenen partijen.

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

In de eindbeoordeling geeft de stagebegeleider mij voor het punt adviseren een goed (4 punten):

  • De student rapporteert mondeling en schriftelijk met voldoende diepgang

 

Voor het vak Functioneren in de Beroepspraktijk 2 is er een netwerkanalyse geschreven waaruit een advies voor Brichbouw Sportondersteuning is gevolgd. De hoofdvraag van deze netwerkanalyse: ''Welke sportverenigingen op Sportpark Zuid in Aalten staan er voor open om aangepast sporten aan te bieden in samenwerking met Brichbouw Sportondersteuning?'' Door antwoord te geven op deze hoofdvraag kan Brichbouw Sportondersteuning eventueel het aangepast sportaanbod vergroten op Sportpark Zuid. Het onderzoek is gedaan aan de hand van interviews met de voorzitters van de sportverenigingen. Vervolgens is dit verwerkt in een SWOT-analyse en worden de sportverenigingen geplaatst in de veranderdriehoek.  

 

In de netwerkanalyse zijn er aanbevelingen/advies geven voor Brichbouw Sportondersteuning over welke sportvereniging er open staan voor een eventuele samenwerking, waar te beginnen en op welke punten in te moeten spelen. Dit advies is gepresenteerd aan Brichbouw Sportondersteuning in de vorm van een prezi. Deze prezi ziet er als volgt uit: https://prezi.com/f2fdebyewzl7/netwerkanalyse/ 

Dit advies is mondeling gepresenteerd met schriftelijke ondersteuning van de prezi. Aan het einde van de presentatie is de gehele netwerkanalyse overhandigd aan de organisatie. 


Managen

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder managen verstaan (HAN, 2018, p.7): ‘’Onder de beroepstaak Management & Organisatie kennen we de kerncompetentie managen. Centraal staat dat de SBE-er in staat is om werkzaamheden aan te sturen en te coördineren. Daarnaast heeft hij de taak begeleiding en ondersteuning te bieden aan diverse organisaties en (overheids)instellingen die werkzaam zijn binnen de buurt, breedtesport, recreatie en vrije tijd. De functie van de SBE’er is vooral het managen (aansturen en coördineren) van projecten om mensen meer in beweging te krijgen en te houden. ‘’

 

Bevond mij op niveau 2, is ontwikkeld naar niveau 3:  De student kan in projectgroepen functioneren waarbij hij processen en programma’s coördineert waarbij hij medewerkers inhoudelijk en organisatorisch aanstuurt.

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

Van te voren heb ik gezegd dat ik mij dit half jaar graag zou willen ontwikkelen naar niveau 3 op het gebied van inhoudelijk en organisatorisch aansturen van medewerkers/stagiaires tijdens, voor en na activiteiten/beweegprogramma’s. Ik vind het belangrijk om hierbij taak, resultaat en mens gericht aan te sturen. Op dit doel had ik tevens ook een leerdoel opgesteld. Hoe dit is verlopen bevindt zich terug in het kopje leerdoelen onder het professionele ontwikkelverslag. Wil je dit lezen klik dan op de button hier onder.

In de eindbeoordeling heb ik voor alle zes de punten van de competentie managen een goed gekregen (4 punten):

  • De student kan operationele doelen stellen binnen een project en derden hierin aansturen
  • De student heeft voldoende planningsvaardigheden om een activiteit of project goed te laten draaien
  • De student handelt volgens de Plan-Do-Check-Act cyclus
  • De student straalt stevigheid (gezag) uit op momenten dat het in de aansturing nodig is
  • De student kijkt voorbij de grenzen van de eigen organisatie en heeft oog voor de mogelijkheden van potentiële samenwerkingspartners
  • De student waardeert de inbreng van betrokkenen; praktijkbegeleider, medestudent(en) en overige collega's

Dat ik op de punten van managen een goed scoor is voor mij erg belangrijk omdat ik afgelopen half jaar veel focus op deze competentie heb gelegd. 


Ondernemen

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder ondernemen verstaan (HAN, 2018, p.8): ‘’Onder de beroepstaak Ondernemen & Innovatie kennen we de kerncompetentie ondernemen. Centraal staat dat de SBE-er ontwikkelingen in de maatschappij signaleert en kansen benut in het sport- en bewegingslandschap. Hiervoor is hij voortdurend gericht op het ontwikkelen, vernieuwen en verbeteren van het sport- en bewegingsaanbod waarbij altijd oog is voor het onderscheid in wensen, behoeften en mogelijkheden van de verschillende doelgroepen. Daarnaast werkt de SBE-er altijd klantgericht en staat open om te voldoen aan de wensen en behoeften van de doelgroepen die hij begeleidt. ‘’

 

Bevind mij op niveau 3:  De student weet als ondernemer beleid te ontwikkelen dat consumenten bindt aan de organisatie.

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

Samen met Brichbouw Sportondersteuning en mijn stagepartner hebben we gewerkt aan het ontwerpen, uitvoeren, coördineren en evalueren van een nieuwe beweegdienst. Dit is een beweegdienst voor de medewerkers van fabriek Laborijn, dit zijn volwassenen met een lichte verstandelijke beperking tot aan enkel taalproblemen. Met deze nieuwe beweegdienst laten we de deelnemers kennis maken met de verschillende takken van sport die er zijn op Sportpark Zuid en wat Brichbouw Sportondersteuning allemaal te bieden heeft. Tevens wordt deze volwassenen ook kennisontwikkeling aangeboden over een gezondere en actievere leefstijl, zij krijgen voordat de activiteit begint een soort van les/cursus over een gezonde levensstijl. Verder is deze competentie tijdens deze stage niet veel naar voren gekomen. 

 

In de eindbeoordeling geeft de stagebegeleider mij voor het punt ondernemen een uitstekend (5 punten):

  • De student toont initiatief onderneemt actie, ook op vrij ongebaande paden 

Kennisontwikkeling

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder kennisontwikkeling verstaan (HAN, 2018, p.9): ''Naast de kerncompetenties kent de opleiding SBE twee ‘aanvullende competenties welke beroepstaak overstijgend zijn. Bij de aanvullende competentie ‘Kennisontwikkeling’ staat centraal dat de SBE-er zich bewust is van de noodzaak tot funderen van eigen professioneel handelen. Hij versterkt de eigen ontwikkeling en bekwaamheden door bij te dragen aan kenniscirculatie.  Daarnaast ontwikkelt de SBE-er, aan de hand van concepten en praktijkervaring, impulsen gericht op kwaliteitsverbetering.’’

 

Bevond mij op niveau 2, is ontwikkeld naar niveau 3: De student kan een praktijkgericht (deel)onderzoek uitvoeren en kan de relevantie daarvan aangeven voor het werkveld.

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

Aan de competentie kennisontwikkeling heb ik afgelopen half jaar veel gewerkt. Samen met mij afstudeerpartner Evi heb ik een praktijkgericht onderzoek gedaan voor Brichbouw Sportondersteuning. Hoofdvraag van het onderzoek: ''Welke wensen en randvoorwaarden hebben volwassenen met een motorische beperking met betrekking tot een passend beweegaanbod op Sportpark Zuid in Aalten?''. In dit onderzoek is er begonnen met een onderzoeksontwerp, hierbij rekening gehouden met de haalbaarheid en hanteerbaarheid van het onderzoek. Het onderzoek is gedaan aan de hand van interviews en vervolgens een topic-analyse. Dit zijn kwalitatieve gegevens die nauwkeurig per respondent inventariseert zijn. Uiteindelijk worden de resultaten en aanbevelingen overzichtelijk gerapporteerd in de scriptie.  

 

Ik heb door het schrijven van de scriptie en de netwerkanalyse geleerd hoe ik zelfstandig onderzoek kan doen dat een bijdrage kan leveren voor het werkveld of de opdrachtgever.


Professionele ontwikkeling

Volgens de opleiding Sport- en Bewegingseducatie wordt onder kennisontwikkeling verstaan (HAN, 2018, p.10): '’Naast de kerncompetenties kent de opleiding SBE twee ‘aanvullende competenties welke beroepstaak overstijgend functioneren. Bij de aanvullende competentie ‘Professionele ontwikkeling’ staat centraal dat de SBE-er in staat is om op een adequate wijze te blijven werken aan zijn competenties in de meest brede betekenis. Hij is in staat om kritisch te reflecteren op zijn gedrag, beroepsrol en professionele ontwikkeling.’’

 

Bevond mij op niveau 2, is ontwikkeld naar niveau 3:  De student ontwikkelt en expliciteert eigen vakvisie en volgt  ontwikkelingen op zowel nationaal als internationaal niveau die van belang zijn voor sport & bewegen en/of gezondheid. 

 

Hoe is deze competentie deze stage naar voren gekomen?

De competentie professionele ontwikkeling is een van de competenties waar ik een leerdoel opgesteld heb. Voor mij was het van belang om meer initiatief te nemen op het gebied van feedback vragen, zodat ik meer kritisch zou gaan reflecteren op mijn eigen houding en handelen. Op deze manier wil ik beter in beeld krijgen hoe ik ben als SBE'er. Hoe dit is verlopen bevindt zich terug in het kopje leerdoelen onder het professionele ontwikkelverslag. Wil je dit lezen klik dan op de button hier onder.

In de eindbeoordeling heb ik voor alle vier de punten van de competentie professionele ontwikkeling een goed gekregen (4 punten):

  • De student is niet afwachtend en brengt onderwerpen ter sprake in overlegsituaties 
  • De student vindt een goede balans in het zoeken naar eigen oplossingen en het vragen om hulp
  • De student vraagt uit eigen beweging om feedback en doet hier iets mee in toekomstig handelen
  • De student benoemt eigen handelen, beoordeelt de effecten en stelt zij handelen waarbij nodig

In de tussentijdse beoordeling scoorde ik op de laatste 2 punten nog een 3 (=voldoende). Dat ik deze ook ontwikkeld heb naar een goed volgens mijn stagebegeleider geeft weer dat ik veel bezig ben geweest met mijn competentie en mijn leerdoel. 


Maak jouw eigen website met JouwWeb